vrijdag 10 februari 2017

Stampen om dyslexie te voorkomen?

Stampen?
Werden we in februari 2016 opgeschrikt door het televisieprogramma Rambam rondom dyslexieverklaringen, een jaar later, op 9 februari 2017, werd in het AD het onderwijs verantwoordelijk gesteld voor het te grote aantal dyslectici in Nederland (zie artikel). Professor Anna Bosman die in het AD wordt geciteerd, werd vervolgens in het nos-journaal uitgenodigd om haar standpunt toe te lichten (zie ook nos.nl). Ze legt uit dat het lees- en spellingonderwijs op Nederlandse scholen niet goed genoeg is voor zwakke lezers en spellers (dat is niet nieuw) en ze heeft ook een remedie: stampen. Hoewel onze vorige blog over dyslexie nog steeds actueel is, triggert dat 'stampen' ons zo dat we daar toch graag een blog aan willen wijden. Want wat bedoelt professor Bosman precies met dat ferm uitgesproken begrip stampen? (De Van Dale zegt: doorstoten vast induwen, indrijven, inproppen, iets in het hoofd stampen: met moeite in iemands hoofd of geheugen krijgen). Lopen we niet het risico dat we door het benadrukken van dat begrip nog meer gaan naar 'Teaching to the test'? En dat educatieve uitgevers met methodes komen waarin flink gestampt wordt en waarop in grote letters staat: DYSLEXIEPROOF? Wij denken dat het begrip stampen enige nuance behoeft.

Letters stampen met kleuters?
Vanaf de tijd dat we jagers-verzamelaars waren, zijn onze hersenen toegerust om kleine verschillen waar te nemen en te interpreteren (zie het prachtige boek van Dehaene, Reading in the brain). Die vaardigheid hebben we toegepast op lezen. Daar hebben we niet allemaal dezelfde aanleg voor. Jonge kinderen met minder aanleg hebben meer oefening nodig. Maar bij kleuters moet dat op een onnadrukkelijke en speelse manier en binnen aangeboden thema's. Stampen heeft op deze leeftijd weinig zin.

Stampen bij aanvankelijk lezen?
Voor het leren van de elementaire leeshandeling is dat anders. Het is verstandig die leerlingen snel en efficiënt aan te leren. Immers, wanneer zij te lang blijven hangen in de basisprincipes van het leren lezen, leidt dat tot demotivatie. Voor het leren lezen zijn in Nederland goede methodes, zoals Veilig Leren Lezen of Lijn 3. Wel is het zaak die methodes kritisch te gebruiken. Oefeningen gericht op begrijpend lezen of woordenschat horen niet in een methode voor aanvankelijk lezen thuis. Ze zorgen voor cognitieve overbelasting en maken het leren lezen nodeloos ingewikkeld. In het LIST-project wordt lezen teruggebracht tot de essentie (Brokamp, Houtveen en Smits, 2013). Met behulp van een blokkenschema wordt dagelijks gefocust op die elementen die er echt toe doen bij het leren lezen: letters, leeshandeling en spellen, ondersteund lezen, duolezen, zelfstandig lezen, creatief schrijven en luisteren (voorlezen). Ook voor de programma Connect Klanken en Letters of Bouw geldt dat de essentiële aspecten van lezen worden benadrukt.

Stampen bij voortgezet lezen?
Veel scholen werken met methodes voor voortgezet technisch lezen. Daarin wordt vooral voor zwakke lezers nogal wat gestampt: woordrijen met specifieke leesmoeilijkheden. Daarop gingen we in een eerdere blog al in. Als leerlingen eenmaal AVI M4/E4 hebben bereikt, verbeteren ze hun leesvaardigheid niet door technische leesoefeningen, maar door veel te lezen in zelfgekozen boeken en door effectieve ondersteuning (zie onze blog over interventies bij voortgezet lezen en Houtveen, 2013).

Stampen bij spelling?
In het Nederlandse onderwijs wordt veel tijd besteed aan spelling. In werkboekjes wordt behoorlijk gestampt, net als bij het voorbereiden van het wekelijkse woordpakket-dictee. Dat stampen betreft regels en specifieke woordmoeilijkheden. Of dat op de langere termijn effectief is, is maar de vraag (zie een blog over spelling). Het grootste probleem is dat in Nederland spellingonderwijs losstaat van schrijfonderwijs in de zin van het schrijven van teksten. Voor adequaat spellingonderwijs is -naast goed gedoseerde herhaling- toepassing nodig in het schrijven van zinnen en verhalen.

Genuanceerd stampen
Het is goed dat er opnieuw aandacht is gevraagd voor het te grote aantal leerlingen met een dyslexieverklaring. Dat 'stampen' de remedie is om ernstige lees- en spellingproblemen te voorkomen, is niet waarschijnlijk. In ieder geval is nuancering op zijn plaats. Het antwoord op de vraag of dyslexie bestaat, is in wetenschappelijk opzicht ingewikkeld. Ernstige lees- en spellingproblemen bestaan echter zeker wel en vormen een bedreiging voor de schoolcarrière van veel kinderen. Het is volkomen duidelijk dat scholen een positieve invloed kunnen uitoefenen op ernstige leesproblemen/dyslexie. Scholen lijken hun taken de laatste jaren op dit vlak echter geleidelijk te hebben afgegeven aan de vergoede dyslexiezorg. Dat heeft geleid tot een explosie aan dyslexieverklaringen waar we tegelijkertijd het percentage laaggeletterden toe zien nemen (Pisa in vogelvlucht, 2016, pag. 50). We zijn het dan ook eens met de stelling van Maarten Huygen in het NRC van 5 januari 2017: Dyslexie hoort thuis bij het onderwijs, niet bij de zorg. Stampen lijkt ons echter niet zozeer het antwoord. Een goed boekenaanbod, extra tijd voor lezen, leesondersteuning en rijke spellingtraining des te meer. In dit proces speelt goed geplande en gedoseerde herhaling wel een rol, zonder daar de beleving van 'stampen' aan mee te geven. Het uiteindelijke doel is niet het erin stampen van het leesleerproces. Het uiteindelijke doel is om alle leerlingen uit te laten groeien tot zelfstandige en gemotiveerde lezers die lezen voor hun plezier en om van te leren.